carnaval


Er komt een man naar het Carnaval in Limburg, maar hij kan nergens een slaapplaats vinden. Totdat hij bij een boer komt waar hij gelukkig nog terecht kan.

De andere dag mag hij met de uiterst aardige familie mee ontbijten. Na het ontbijt staat de oudste zoon op en zegt: "Ik ga naar het Carnaval." Vervolgens grijpt hij zijn moeder in het kruis en vertrekt.

Even later komt de tweede zoon en zegt: "Ik ga ook naar het Carnaval." Ook hij grijpt moederlief in het kruis, verblikt of verbloost niet en vertrekt.

Nadat zo 6 kinderen zijn vertrokken, niet voordat ze moeder in het kruis hebben getast, vraagt de man zich af waarin hij is beland en vraagt zich af met wat voor mensen hij te maken heeft. Hij loopt snel achter de vader van dit stelletje aan, die ook is weggegaan en moeder ook nog even in haar kruis heeft getast, en vraagt met het schaamrood op zijn kaken: "Waarom grijpen jullie allemaal de vrouw des huizes in haar kruis?"

"Oh," zegt de man, "dat is niets bijzonders, moeder heeft een houten been met 7 haken en daar hangen de autosleutels aan."