Sam en Moos hebben in de loterij een reis naar het Midden Oosten gewonnen. Daar aangekomen lopen ze de woestijn in en komen bij een hoge muur met palmbomen ervoor.

Sam klimt in een boom om over de muur te kunnen kijken.Eenmaal boven roept hij: “Moos kom ook, er is hier een harem!”

Voor dat ze wat kunnen doen, worden ze echter opgepakt door de haremwacht en voorgeleid bij de sjeik. Deze zegt: “Voor straf gaan jullie de woestijn in en zoeken 100 dezelfde noten. Als je die gevonden hebt laat je ze aan mij zien en krijg je van mij de laatste opdracht. Nadat je deze gedaan hebt, ben je vrij.”

Na een maand of zeven komt Sam weer terug met 100 beukennootjes. De sjeik zegt: “Als je ze allemaal in je achterwerk gestopt hebt, ben je vrij.” Sam begint te duwen maar bij de 98e moet hij een wind laten en is alles er weer uit. Hij zoekt alles weer bij elkaar en begint opnieuw, maar bij de 99e moet hij keihard lachen en is weer alles er uit.

De sjeik zegt: “Sufferd, je was er bijna.” “Dat zal wel,” zegt Sam, “maar ik zie Moos aan komen met 100 kokosnoten!”